Na zware strijd trekt CSV 1 tegen Rokado 1 aan het kortste eind: 3-5

We wisten van tevoren dat de match tegen Rokado zwaar zou worden. Daarom had ons team zich vooraf goed voorbereid. We verschenen in de zo sterkst mogelijke opstelling met een gemiddelde rating van 2047. Rokado was evenzeer van het belang van deze wedstrijd overtuigd en trad dus ook aan met hun acht sterkste spelers met een gemiddeld iets hogere rating van 2066. Halverwege de avond leek de balans iets door te slaan in onze richting, maar om 23 uur was er slechts één partij afgelopen. Stefan Tabak kwam er aan bord 3 met zwart tegen Frank Verkooijen (2101) niet doorheen. Nadat Stefan een remise aanbod had afgeslagen moest hij een uur later om 22.50 uur toch in remise berusten. Toen stond er een Dame eindspel op het bord met ieder nog 8(!) pionnen, waarbij het nemen van initiatief voor beide partijen een te groot risico was. Aan bord 1 speelde Léon Koster met zwart tegen Hans van der linden (2122). Léon kwam goed te staan, maar gebruikte veel tijd. In het toreneindspel kwam hij tenslotte twee pionnen voor, maar was de coördinatie van K en T niet ideaal. Toen ten slotte de h-pion als enige pion overbleef, kwam deze niet verder dan h2. Daarop moest Léon toch onverwacht in remise berusten. Aan bord 2 speelde Mark Vermeer met wit tegen Han Westenberg (2074). In het middenspel kwam Mark in moeilijkheden. Toen hij daarna een stuk kwijtraakte, werd snel duidelijk dat hij het niet zou redden. Aan bord 4 speelde Roel Trimp een prachtige partij met wit tegen Wilbert Surewaard (2043). Roel kwam een pion voor, offerde een stuk tegen een stel pionnen en brak op de damevleugel door. Dat kostte zoveel materiaal dat Wilbert moest opgeven. Aan bord 5 kwam Jan Peter Bogers met zwart tegen Ben Boog (2064) goed uit de opening. Ergens in het middenspel moet het fout zijn gegaan, want toen de kruitdampen waren opgetrokken bleek Jan Peter te hebben verloren. Aan bord 6 speelde Hans Hoornstra met wit tegen Rex van Dijken (2043). Ook hier leek Hans goed uit de opening te zijn gekomen. Hij overwoog zelfs remise aan te bieden, waarvoor hij van de teamleider het fiat kreeg. Maar toen Hans enkele malen de beste voortzetting miste, was het daarvoor te laat. Rex gebruikte zeer veel tijd, maar dat resteerde wel langzamerhand in een gewonnen stelling. Aan bord 7 was er weer een lichtpuntje bij Reinoud Segers met zwart tegen Rick Ensering (2057). Mijn indruk was dat Reinoud wat minder uit de opening kwam. In het middenspel greep hij echter zijn kansen, kreeg grip op de stelling en zette voortvarend door met een fraaie overwinning als resultaat. Aan bord 8 ten slotte moest Jaap Rusch het met wit opnemen tegen Sander Boogaard (2028). Er kwam een tegengambiet op het bord en Jaap leek aardig uit de opening te zijn gekomen, maar later raakte hij een pion kwijt en moest het ergste worden gevreesd. Jaap kwam echter verrassend terug en trok de stand materieel weer gelijk. Inmiddels was ook Jaap voor hem ongewoon in tijdnood gekomen en raakte de naderende remise uit beeld. Dat bepaalde de stand op 3-5. Daarmee was een gelijkspel of een kleine winst verkeken. Laten we moed putten uit het verloop van deze wedstrijd waarin we zeker niet kansloos waren. Ons overkwam wat onze tegenstanders zo vaak overkwam: na elven kantelde de wedstrijd. Komende maand zullen we ons met Spijkenisse bezig houden. Eerst op 13 februari de kwarfinale om de RSB-beker uit en daarna op 20 februari thuis tegen Spijkenisse 2.

Deel dit bericht