Ook Onesimus 1 onderuit tegen CSV 1: 1½ – 6½ op 28 november2013

Deze wedstrijd vond in twee bedrijven plaats. Omdat Léon verhinderd was op 28 november speelden hij en Mark vooruit op 14 november. Overeen gekomen werd dat de borden 1 en 8 voor hen werden ingeruimd. Opmerkelijk was dat de kampioen van de Kralingse club plaatsnam aan bord 8, terwijl zijn normale plaats bord 1 is. Die tactische zet kreeg twee weken later een vervolg toen de op rating sterkste speler aan bord 6 plaatsnam en een invaller het aan bord 3 moest opnemen tegen Stefan. Het was allemaal leuk geprobeerd, maar daarmee geef je wel aan er eigenlijk helemaal niet meer in te geloven en slechts uit te zijn op het sprokkelen van een paar bordpuntjes. Het mag natuurlijk allemaal en er is formeel niets tegen in te brengen, maar levert het wel enig schaakplezier op?

Hoe verging het Léon en Mark op de 14de? Aan Bord 8 speelde Marcel Tillemans (1757) tegen Mark Vermeer (met zwart). Op de 10de zet won Mark een pion, op de 22ste een tweede met als gevolg twee verbonden vrijpionnen. Die liepen door en om 11.10 uur was het 0 – 1.

Aan Bord 1 trof Léon Koster (met wit) Clement van Eijsden (1774). Léon forceerde in de opening al een zwakte op de koningsvleugel (h6 en g6). Hij kwam verder met weinig voordeel uit de opening en besteedde daarom veel bedenktijd aan het vinden van een goed plan. Bij een voorsprong van 2 pionnen en met ieder nog 5 minuten op de klok sloeg de aanval van Léon keihard door en konden we naar huis met een comfortabele voorsprong van 0 – 2.

Het vervolg op donderdag 28 november verliep aanvankelijk stroef. Aan Bord 4 speelde Harm de Oude (1779) tegen Jaap Rusch (met zwart). Jaap gebruikte voor zijn doen veel tijd. Wit plaatste een paard op b6 en verdedigde dat met een pion op c5. Het zag er waarschijnlijk gevaarlijker uit dan het was, maar zwart kon daardoor zijn koningsvleugel lastig ontwikkelen. Voordat dit was opgelost gaf wit echter pardoes het paard weg met Pc8 overziende dat het dan gepakt kon worden door de L op f5. Daarmee was het om 9.15 uur 0 – 3.

Aan Bord 2 speelde Marcel van der Linden (1754) tegen Jan Peter Bogers (met zwart). Marcel leek weinig zin te hebben in een echte schaakpartij. Met wit stevende hij meteen op remise af en zelfs in een beter staand eindspel deed hij geen zichtbare poging om er een echte partij van te maken. Herhaling van zetten leidde aldus tot remise: ½ – 3½. Het was wel een beetje kenmerkend voor de “dienstbare” opstelling van Onesimus (voor de niet-klassieken onder ons: Grieks voor dienstbaar).

Aan Bord 3 trof Stefan Tabak (met wit) invaller Jacques Goud (1653). In deze ongelijke strijd trok Stefan al snel ten aanval. Hij lokte een min of meer gedwongen f6 uit, waarna een grote afruil volgde. Na nog een laatste schaak der wrake raakte zwart minstens een stuk kwijt en hield het om 10.05 uur voor gezien en daarmee was de overwinning een feit: ½ – 4½.

Aan Bord 5 trad Roel Trimp op tegen Jan de Korte (1830). Zoals we van Roel gewend zijn, kwam er weer een uiterst gecompliceerde stelling op het bord. Hoewel Roel beter stond begonnen we ons net wat zorgen te maken over zijn tijdgebruik, toen Jan een vol stuk in de aanbieding deed na een lokzetje van Roel. Na Dxg6 kon de D niet worden teruggepakt door een penning. Om 10.45 uur was het daardoor plotseling ½ – 5½. Daarmee schaarde Roel zich bij Léon en Mark met de illustere score van 4 uit 4!

Aan Bord 7 nam Patrick van der Lee (met wit) het op tegen Henk Henderson (1746). Patrick kwam een pion voor en dat bleef zo tot in het eindspel vrijwel alle stukken geruild waren. Wat overbleef was pot remise en dat was ook nog zo om 10.45 uur: 1 – 6.

Ten slotte Bord 6. Daar speelde Anton Moolenaar (1910) tegen onze Paul van der Lee (met zwart). Het enige bord met een rating overwicht voor Onesimus. Anton kreeg een gevaarlijk paard op e6 en het zag er om 10.30 uur riskant uit voor Paul. Daarna verscheen een eindspel op het bord met voor wit een T en voor zwart een L+2pi. Paul had inmiddels minder dan 1 minuut op zijn klok over, maar Paul bleef overeind en had zelfs een winstpoging kunnen doen door zijn loper te offeren. Volgens insiders waren de pionnen dan doorgelopen. Maar met zo weinig tijd is de natuurlijke reflex om een aangevallen loper weg te zetten. Ook de seconden bij Anton tikten door en met de vlag op vallen verdwenen T, L, en pi in de doos en was de remise een feit: 1½ – 6½.

Daarmee boekte CSV 1 de derde overwinning en staat nu 2 matchpunten voor op de overwonnen teams van Nieuwerkerk en Onesimus. De overige 5 teams hebben inmiddels 4 matchpunten minder. De voorbereidingen op de wedstrijd thuis tegen Barendrecht 1 op 20 december zijn inmiddels in volle gang.

(Door: Hans Blokland, teamleider CSV 1, geplaatst op 2 december 2013)