Vrijdagavond 24 januari toog ons bekerteam naar Rotterdam om revanche te nemen voor de wat ongelukkige uitschakeling vorig jaar in de halve finale. We kampten toen met twee zieken en verloren wat ongelukkig met 2½ – 1½ van de latere bekerwinnaar. Twee van de RSR-spelers van vorig jaar waren niet meer speelgerechtigd, omdat ze uitkomen voor een in de KNSB spelend team. Kortom wij sterker, zij zwakker dus dat zou moeten lukken.
Tegen 8 uur was er nog weinig te merken van een op handen zijnde krachtmeting. Men leek van niets te weten en er stond dus ook niets klaar en er was nog geen zaaltje beschikbaar. Wij werden dus maar zolang in het bargedeelte ondergebracht. Dat vonden we niet erg, want Roel had per SMS bericht dat hij vertraging had door een storing van de metro. Gelukkig voor RSR was de competitieleider van de RSB, Arrian Rutten, ter plaatse om nog wat dingen organisatorisch te regelen. De externe wedstrijdleider van RSR zat in Wijk aan Zee en er was blijkbaar geen vervanging geregeld. Om 8.15 uur was alles rond en liep Roel binnen, dus konden we compleet beginnen. Léon won de toss, zodat de onzen aan de oneven borden wit hadden.
Op drie borden verscheen Siciliaans en verder nog een Caro-Kann. Tot 11.15 uur bleef de stand 0-0. Aan Bord 1 “offerde” Léon Koster na 14 zetten zijn derde pion tegen Herman Keetbaas (1943) en ik kon er geen touw aan vastknopen. Léon gebruikte vreselijk veel tijd en ik begon te vermoeden, dat er iets verschrikkelijks stond te gebeuren. Om 10.45 uur had Léon nog 18 tegen 41 minuten en wat later nog 6 minuten tegen 29, maar wel steeds met drie pionnen minder. Dat legde wel druk op de andere spelers, die daar overigens goed mee om gingen. Roel Trimp kwam aan Bord 2 tegen Michael Fung (1924) wat gedrukt uit de opening, maar rond de twintigste zet speelde hij het agressieve Pd4. Dat gaf lucht en het initiatief, maar de vraag was of dat zou doorslaan. Na afruil van wat stukken resteerde een voor Roel gunstig eindspel met een pion meer: D+L+5pi – D+P+4pi, maar het zou nog veel tijd en zetten vergen. Aan Bord 3 bouwde Mark Vermeer tegen Joop Klein (1905) aan een aanval over de Koningsvleugel. Er werden dames en een paar lichte stukken afgeruild en na 20 zetten zag het er wat remise achtig uit. Joop begon om 8.15 uur met een biertje en lastte nogal wat rookpauzes elders in en had om 10.45 uur nog 20 minuten tegenover Mark 40 minuten. Dat alles kwam de kwaliteit van Joops spel niet ten goede. Mark bleef stoïcijns goede zetten spelen en won in het toreneindspel een pion. Daarmee beschikte hij over een vrije e-pion. Aan Bord 4 speelde Jan Peter Bogers tegen Mark Beijen (1782). Al vroeg werden de dames en twee lichte stukken afgeruild. Jan Peter had een mooi centrum, maar kon toch niet voorkomen dat het er al snel remise achtig begon uit te zien. Rond 11 uur had JP nog 23 minuten en Mark 13. Mark besefte dat hij op winst moest spelen en dus risico’s moest nemen.
Om 11.22 uur brak Roel definitief door de verdediging van Michael nadat de dames waren afgeruild en een pion onder bescherming van K+L zich een doortocht naar de overkant baande: 1 – 0. Direct daarna om 11.30 uur brak de tegenstander van Mark de spanning door te kennen te geven dat hij er genoeg van had om een verloren stelling verder te spelen: 2 – 0. Resteerden nog twee tijdnoodduels, zodat ik er maar eens een “wedstrijdleider” bij heb gehaald. Met nog enkele minuten op de klok verdween er aan bord 4 veel materiaal van het bord en met nog slechts twee kale koningen op het bord werd remise geconstateerd: 2½ – ½. Aan bord 1 voltrok zich een mirakel. In tijdnood leek Léon ondanks zijn pionnenachterstand een onneembare vesting te hebben opgebouwd met een dubbelpion voor zichzelf en een tripelpion voor zijn tegenstander. In flitsende inmiddels wederzijdse tijdnood verdween van alles van het bord tot, je raad het al, er twee kale koningen resteerden. Op dat moment had Léon inmiddels weer een “royale” tijdvoorsprong: 34 seconden tegen 17! Einduitslag 3 – 1.
De volgende ronde voor de beker is waarschijnlijk op vrijdag 21 februari uit tegen Spijkenisse.
Hans Blokland, zaterdagavond 25 januari