(Verslag van Hans Blokland)
Op vrijdag 14 februari togen weer uit alle windstreken onze schakers naar Zwijndrecht. Tegen kwart voor acht waren we zo goed als compleet en werden de messen geslepen. Het duurde weer vrij lang voor alles in gereedheid was gebracht en onze tegenstanders hun plaats hadden ingenomen. Ook nu weer bleek dat Zwijndrecht koos voor een “tactische” opstelling in de hoop een paar bordpuntjes te kunnen sprokkelen. Ik krijg steeds meer sympathie voor het Duitse systeem, waar de bordvolgorde strak gekoppeld is aan de rating. Iets om ook in de RSB in te voeren?
De wedstrijd begon voor ons voortvarend. Aan bord 1 mocht Léon Koster met wit de degens gebruiken tegen Jaap Euser (1670). Léon stond na 10 zetten gewonnen. De zwarte koning probeerde met een rokade te ontsnappen aan schaak, maar dat mocht niet van Léon. Na 14 zetten om 20.46 uur hield Jaap het voor gezien: 0 – 1. Dat was prettig want toen kon voor mij een plaatsje worden ingeruimd. Wel zo gemakkelijk als je aantekeningen wilt maken.
Aan bord 3 speelde Stefan Tabak met wit tegen en met Coen Dortmond (1617). Stefan kwam goed uit de opening, trok al zijn zware stukken samen op de g-lijn. De verdediging kostte Coen veel tijd. Om 21.30 uur had Stefan nog een uur en Coen 20 minuten. Stefan beraamde een fraaie aanval met zijn zware kanonnen geholpen door een stelletje zichzelf zo nodig opofferende infanteristen die kwistig strooiden met handgranaten en voetzoekers. Toen de rook was opgetrokken, was om 22.27 uur ook het vonnis geveld: 0 – 2. De vijfde nederlaag voor Coen.
Aan bord 8 viel Roel Trimp in voor Paul van der Lee, die vanwege familie omstandigheden op een laat moment moest afzeggen. Roel had zwart tegen Robert Goedegebuur (1663). Roel kreeg na zo’n 20 zetten een sterke aanval, dreigde een kwaliteit te winnen en sloeg daarna verwoestend in met Pxd3! Dat betekende om 22.28 uur: 0 – 3. Daarmee is Roel onze enige speler met 100%: 8 uit 8! Hulde. Even tijd om de balans op te maken: aan de borden 2, 4 en 7 stond het ongeveer gelijk, aan de borden 5 en 6 gewonnen.
Aan bord 7 speelde Patrick met wit tegen Frank Stoute (1794) een gedegen partij. Patrick leek wat beter te staan in het eindspel. Weliswaar stond het materieel gelijk maar Patrick had de betere pionnenstructuur en actievere stukken en Frank bovendien een dubbelpion. Terecht sloeg Patrick een remise aanbod om 22.15 uur af, maar accepteerde mede met het oog op de stand om 22.30 uur een tweede remise aanbod: ½ – 3½.
Aan bord 4 was Mark Vermeer met zwart goed uit de opening gekomen, maar het leverde niet genoeg op voor de winst. Om 22.40 uur werd de vrede getekend: 1 – 4.
Aan bord 6 had Jaap Rusch het aanvankelijk moeilijk tegen Kees van ’t Hoff (1771). Maar Jaap werkte zich eruit en stond om 22.30 uur beter en kwam een pion voor. Na een geslaagd vorkje was het resterend pionneneindspel direct gewonnen en konden we om 23 uur de vierde overwinning van die avond en de vijfde van het team bijschrijven: 1 – 5.
Aan bord 2 speelde Jan-Peter Bogers met zwart tegen Piet van Rijs (1667). In het begin had JP het moeilijk, maar gaandeweg nam hij het initiatief over. Rond 23 uur hadden beide spelers betonnen bunkers gebouwd en zich daar achter teruggetrokken. Verder dan wat onbetekenende schermutselingen kwam het niet meer en dat leidde om 23.35 uur tot 1½ – 5½.
Nu was het wachten op Hans Hoornsta die aan bord 5 met wit moest opboksen tegen de op rating sterkste Zwijndrechtse speler Roland van Keeken (1922). Het leek allemaal goed te gaan. Hans hield voortdurend een ontwikkelingsvoorsprong. Hij kwam in het eindspel een pion voor en stond om 22.30 uur gewonnen. Aan weerszijden stonden nog een D+T+P op het bord met 5 tegen 4 pionnen. In de pogingen om de partij tactisch uit te maken gebruikte Hans erg veel tijd. Zijn tegenstander vond steeds nog een muizengaatje waarmee hij het vege lijf tijdelijk kon redden. Het lukte Hans niet om de winstweg te vinden en tot overmaat van ramp liet hij een paardvorkje toe dat de dame kostte om 23.45 uur: 2½ – 5½ was daarmee de eindstand. De vermoeidheid stond te lezen op het gezicht van Hans en toen moest hij nog terug naar Maastricht en nog wel zoals later bleek zonder portemonnee. Dat is gelukkig allemaal op dinsdagmiddag dankzij PostNL goed gekomen.
Onze vooruitzichten op het kampioenschap zijn deze ronde drastisch toegenomen door onze winst en de nederlagen van onze achtervolgers. Krimpen 3 won fraai van Nieuwerkerk 1, terwijl Onésimus 1 onder de voet werd gelopen door 3-Torens 1 (½ – 7½), dat daarmee de tweede plaats overnam van de beide verliezers. CSV 1 staat met nog twee rondes te spelen 4 matchpunten en 7 bordpunten voor. Volgens het wiskundig-statistisch rekenmodel van Patrick is de kans om kampioen te worden ver boven de 99% gestegen. Dat moeten we dus waar gaan maken op vrijdag 14 maart thuis tegen WSV 1, dat samen met 6 andere teams nog hard moet vechten tegen degradatie. Er degraderen namelijk 3 teams.