Zegereeks van CSV tegen Krimpen voortgezet

Het lijkt er op dat de competitieleider van de RSB er een genoegen in schept de beide IJsselverenigingen tegen elkaar te laten spelen. Dat gebeurde eind september/begin oktober maar liefst 3x. Eerst was het gepromoveerde CSV 2 aan de beurt tegen het gedegradeerde Krimpen 4: het werd een duidelijke winst voor de Capellenaren: 5½ – 2½. Drie dagen later trok CSV 3 ten strijde tegen het op rating duidelijk favoriete Krimpen 5 en zie daar: dezelfde uitslag voor Capelle! Een week later was CSV 1 aan de beurt tegen Krimpen 3. Beide teams waren vorig jaar kampioen geworden in de Tweede Klasse en gepromoveerd. CSV 1 had daarbij afgerekend met Krimpen 4: 6½ – 1½. Vooraf was CSV 1 duidelijk favoriet: het team trad aan op volle oorlogssterkte met de niet alleen op papier sterkst mogelijke opstelling. Dat resulteerde in een duidelijk ratingoverwicht aan 7 borden. Kunt u de uitslag wellicht al raden? Er moest echter eerst nog wel geschaakt worden! En dat gebeurde dan ook met veel strijd aan de meeste borden. Als teamleider heb ik inmiddels geleerd dat als er halverwege de avond een gelijk opgaande strijd geleverd wordt de einduitslag een grote overwinning laat zien. Zo ook deze avond. Het begon aan Bord 1 waar Léon Koster (2326) het met wit opnam tegen David Berendsen (1708). Ik begreep van een omstander dat het tot de 23ste zet theorie was, maar dat David alles zelf moest bedenken. Dat kostte niet alleen veel tijd, maar leverde ook een verloren stelling op: D+pi – L+P dus 0 – 1 voor Capelle.

Aan Bord 2 trad Jan Peter Bogers (2105) aan tegen Adri van der Waal (1648). Ook hier dus een tactische opstelling, maar dit keer met een verrassend resultaat. In een gelijk staand eindspel bood Adri remise aan, maar Jan Peter wilde per sé winnen en vergaloppeerde zich: 1 – 1.

Aan Bord 5 speelde Jaap Rusch (1905) zoals gewoonlijk snel tegen Michel van Cappellen (1837). De dames gingen al na 10 zetten aan de kant. Michel bleef zitten met een versplinterde pionnenstructuur. Dat was het gevolg van een basisfout in de opening, waarbij de zwarte dame gevaar liep door een dreigend loperoffer op f7. Zwart kwam moeizaam te staan en stond na een wanhoops-stukoffer verloren. In het eindspel was een totaal afruil onvermijdbaar met als resultaat voor wit een vrijpion. Met de mooie zet Lc8 maakte Jaap het in feite af: 1 – 2.

Aan Bord 4 beleefde Maastrichtenaar Hans Hoornstra (1962) met zwart een sterk debuut in dit team tegen Lennard Kraaijenbrink (1820). Hans kwam met gedegen spel 2 pionnen voor en combineerde handig naar een gewonnen stelling: 1 – 3.

Aan Bord 8 werd Mark Vermeer (1880) geconfronteerd met Mark Paul (1783), die in de opening een pionoffer bracht, waar hij niet veel mee bereikte. Het besluit viel om de pion terug te geven, waarna bleek dat dat iets te optimistisch was geweest over de stelling, die dat opleverde. Het resulterend eindspel stond ongeveer gelijk, wat de Krimpenaar inspireerde tot een remise aanbod. Dat mocht niet worden geaccepteerd met het oog op de stand in de wedstrijd. Voor dat een ander dat kon doen bracht onze Mark de stand op 1 – 4 toen zijn tegenstander de vijandelijke K onnodig zijn stelling liet binnenlopen.

Aan Bord 3 speelde herintreder Stefan Tabak (‘2200’) tegen de op rating sterkste Krimpenaar Rick Verhoog (1889) voor het eerst in elf jaar weer een officiële partij en dat ging hem goed af. Zijn tegenstander kreeg in de opening positioneel geen voet aan de grond. Stefan kreeg het loperpaar en een open d-lijn. Om toch iets actiefs te doen bracht Rick een speculatief stukoffer. Stefan reageerde adequaat, sloeg de aanval af en wikkelde af naar een gewonnen eindspel: 1 – 5.

Aan Bord 7 speelde oud-Krimpenaar Patrick van der Lee (1852) tegen de sterke jeugdspeler Robert Casteleijn (1866). Patrick liet zijn pionnen op de koningsvleugel gevaarlijk oprukken. Met pionnen op g5 en h4 plaatste Patrick de breekzet f5. Robert denkt heel lang na over een riskante kwaliteitswinst, komt 2 pionnen achter, maar de dreiging van g6 met T winst wordt hem fataal: 1 – 6.

Ten slotte de partij aan Bord 6 tussen Diederick Casteleijn (1782) en Roel Trimp (1907). Roel komt 2 pionnen voor. In de afwikkeling naar een eindspel bereikt Roel een eindspel van L+2pi – T. Na wat schermutselingen in de tijdnoodfase beschikt Roel over net wat meer tijd dan zijn tegenstander die in verloren stelling door zijn vlag gaat: 1 – 7.

De uitslag doet vermoeden dat het een walk-over was. Dat is niet mijn beleving. Krimpen gaf hardnekkig tegenstand, maar was net aan de meeste borden een tikkeltje minder gehaaid. Hun tactische opstelling heeft geen effect gehad. Daarmee is de totaalstand tussen Krimpen en Capelle gekomen op 6 – 18 voor Capelle. Het wordt tijd dat Krimpen 1 en CSV 1 hun krachten gaan meten!

(Door: Hans Blokland, teamleider CSV 1, geplaatst op 12 oktober 2013)

Deel dit bericht